30 JUNI 1921. van de door haar ontvangen gelden tot bestrijding van de uitgaven over het jaar 1920. 14. Schrijven van den Armenraad alhier, daarbij ter goed keuring aanbiedende de begrooting van inkomsten en uit gaven dier administratie voor het dienstjaar 1922, vergezeld van een memorie van toelichting. De VOORZITTER stelt voor, de beide rekeningen als mede deze begrooting te stellen in handen eener commissie van drie leden, tot onderzoek en rapport. Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van den Raad, dat de Voorzitter de commissieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd de heeren Schrauwen, Me ij vis en Van Dijk. IS- Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij ter voorziening in de vacature van lid der commissie voor de Handelsavondschool, ontstaan door het aan den heer P. van der Linden verleend eervol ontslag, in overleg met die commissie, ter benoeming aanbevelende de heeren ie. A. W. Harthoorn, 2e. J. C. C r a m e r u s. Wordt overgegaan tot stemming. Er worden uitgebracht 18 stemmen, waarvan 8 op den heer Harthoorn, 7 op den heer Cramerus en 2 op mej. E. van der Veen, terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd. Niemand de volstrekte meerderheid verkregen hebbende, wordt overgegaan tot een tweede vrije stemming, waarvan de uitslag is, dat worden uitgebracht 18 stemmen, waarvan 10 op den heer Harthoorn en 8 op den heer Cramerus. Zoodat de heer A. W. Harthoorn is be noemd tot lid der commissie voor de Handels-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 315