J 30 JUNI 1921. 317 Zoodat de heer H. H. van Mierlo opnieuw is benoemd tot lid van het Burgerlijk Armbestuur en zulks voor den gewonen tijd van zitting. 18.. Voorstel tot definitieve benoeming met ingang van 1 September a.s. van de tijdelijke leeraren aan het Gym nasium, de heeren W. van Oorde, J. Ridder en dr. M. C. van M o u r i k-B r o e k m a n. Niemand stemming verlangende of eenige be denking tegen het voorstel hebbende, wordt dien overeenkomstig besloten. 19. Voorstel van het raadslid, den heer B o g m a n s, om het loon van de conducteurs der gemeente-tram te ver- hoogen en gelijk te stellen met het loon van de onge schoolde werklieden, ondergebracht in de eerste loonklasse, met prae-advies van Burgemeester en Wethouders (aange houden in de vorige vergadering). De VOORZITTER vraagt den heer Bogmans of deze zich kan vereenigen met de conclusie van het prae-advies, zoo ja, dan zijn discussies overbodig. De heer BOGMANS zou alleen willen vragen of het gerucht, dat Burgemeester en Wethouders reeds in deze een besluit zouden hebben genomen, waarheid bevat. Spr. heeft nl. vernomen, dat de conducteurs f 2,verhooging zullen krijgen. De VOORZITTER deelt mede, dat de zaak op het oogenblik nog bij Burgemeester en Wethouders in nadere overweging iseen definitieve beslissing is nog niet geno men. Het College heeft het noodig gevonden om de zaak nogmaals in overleg met de Tramcommissie te onderzoeken, wijl de loonen van de conducteurs bij de tramwegmaat schappijen in den omtrek eerder nog in een slechtere dan in een betere conditie verkeeren. Daar die maatschappijen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 317