324
3o JUNI 1921.
merking kan komen, worde gesteld op f 7,-- per week, in
de plaats van f 4,zooals thans is bepaald.
Deze verzoeken werden door ons in handen gesteld van
den directeur der lichtbedrijven, wiens advies aanleiding gaf
het vraagstuk der muntgasinstallatie nader onder de oogen
te zien en daarover het gevoelen in te winnen van de com
missie van bijstand in het beheer der lichtbedrijven en der
waterleiding.
Zooals uit de hierbij overgelegde stukken blijkt, bedragen
de aanlegkosten eener muntgasinstallatie tegenwoordig gemid
deld f 100,(vroeger f 45,terwijl het percentage voor
rente, afschrijving en onderhoud is te stellen op minstens 15 °/0.
Het gemiddeld gasverbruik over den muntmeter bedraagt
per jaar en per installatie 360 M3.
Bij een verhoogden muntgasprijs van 1 cent per M'. ont
vangt de gemeente daardoor dus eene vergoeding van f 3,60
per jaar, niettegenstaande eene muntgasinstallatie jaarlijks
f 15,a f 16,aan het gasbedrijf kost, wegens rente, af
schrijving en onderhoud.
Hieruit blijkt, dat de onkosten, aan de muntgasinstallaties
verbonden, eerst gedekt worden als het muntgas ruim 4 cent
duurder werd verkocht dan het gewone gas.
Doordat de prijs van het muntgas slechts 1 cent hooger
is dan dien van het gewone gas, betalen de verbruikers van
het gewoon gas te veel, wat de muntgasverbruikers te weinig
betalen.
Nu het gasbedrijf weldra voor de noodzakelijkheid zal
komen te staan tot aanschaffing van nieuwe muntmeters,
treedt vanzelf de vraag naar voren, of het gewenscht is het
muntgassysteem in zijn huidigen vorm te handhaven en deze
installatiëq dus te blijven brengen in die woningen, welke
vroeger daarvoor in aanmerking kwamen, alleen met dit
onderscheid, dat de huurwaarde op een hooger bedrag wordt
vastgesteld, dan wel, of naar een ander middel behoort te
worden omgezien, waardoor de financiëele nadeelen der munt-