334 3° JUNI 1921. echter is hieraan de noodzakelijkheid verbonden, dat des Zondags om de andere week 12 uur gewerkt wordt. Ook hier blijft de onregelmatigheid van den werktijd (bijna eiken dag een andere werktijd) een onaangenaam bezwaar voor den werkman en zijn gezin. 4) Na veel pogingen is het ten slotte gelukt een 4 ploegen dienst met 4.5 urige werkweek te ontwerpen (zie model A) waarbij de onregelmatigheid in den werktijd grootendeels ondervangen is kunnen worden, daar hierin slechts 2 dagen op verschillende tijden gewerkt wordt en daarna 4 dagen op denzelfden werktijd. Elke ploeg werkt eenmaal in de 4 weken des Vrijdags 8 uur en des Zaterdags 4 uren niet in de stokerij maar doet dan andere werkzaamheden op de fabriek. Naar de meening van den directeur is deze laatstgenoemde 4 ploegenregeling, zoo hiertoe zou moeten worden overgegaan, het meest aan te bevelen zij voldoet aan de Arbeidswet, het totaal aantal werkuren is gelijk aan dat van het overige gemeentepersoneel en er wordt geen loon betaald, waarvoor niet gewerkt is. Zij vereischt niet direct grootere uitgaven dan de tegenwoordige. Echter moet nog gewezen worden op een bezwaar om thans tot de 4 ploegenregeling over te gaan. In de stokerij zijn thans 10 a 12 stokers per ploeg werk zaam, momenteel dus totaal 35 stokers gemiddeld, (des winters 36). Bij het instellen van een 4de ploeg moeten nog 11 stokers méér te werk gesteld worden, zoodat het stokers- personeel dan 44 man sterk zal zijn. Verwacht wordtt dat door den ombouw der gasfabriek de nieuwe stokerij binnen x 1/2 jaar in bedrijf zal zijn, waarbij hoogstens totaal 9 stokers noodig zullen zijn. Wat zal dan moeten worden aangevangen met de 35 stokers, die dan overcompleet zijn? Wanneer inderdaad tot 4 ploegendienst wordt besloten, is het noodig, zoo schrijft de directeur dat tegelijk deze aangelegenheid onder 't oog wordt gezien. Nog dient er op gewezen te worden, dat in het betalen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 334