O
8 AUGUSTUS 1921. 369
Zoodat de heer H. F. J. N. W. T e m m i n c k
opnieuw is benoemd tot lid van het College van
Regenten van het Oude-Mannenhuis en zulks voor
den gewonen tijd van zitting.
18. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij
verzoekende ter voorziening in de vacaturen van lid der
commissie voor de Strafverordeningen en der commissie van
bijstand in het beheer van het gemeentelijk trambedrijf, ont
staan door het aftreden als raadslid van den heer P. G.
G r u ij s, voor beide commissiën een lid uit den Raad aan
te wijzen.
De VOORZITTER stelt het eerst aan de orde de benoe
ming van een lid in de commissie voor de strafverordeningen.
Wordt overgegaan tot stemming.
Er worden uitgebracht 17 stemmen, waarvan 16 op den
heer Haaiman, terwijl 1 stembiljet in blanco is ingeleverd.
Zoodat de heer P. Haaiman is benoemd tot
lid der commissie voor de strafverordeningen en
zulks voor den duur van het nog loopende jaar 1921.
Alsnu wordt door den Voorzitter aan de orde ge
steld de benoeming van een lid in de commissie van bijstand
in het beheer van het gemeentelijk trambedrijf.
Wordt overgegaan tot stemming.
Er worden uitgebracht 17 stemmen, waarvan 8 op den
heer Bogmans, 4 op den heer Van D ij k, 3 op den
heer Cohen en 1 op den heer M e ij v i s, terwijl 1 stem
biljet in blanco is ingeleverd.
Niemand de volstrekte meerderheid verkregen hebbende,
wordt overgegaan, tot een tweede vrije stemming, waarvan