378 8 AUGUSTUS 1921. van eenvoudige middenstands- of arbeiderswoningen, alsnog de medewerking van het gemeentebestuur zullen inroepen ter bekoming eener bouwpremie en hypotheek ingevolge het Koninklijk besluit van 8 November 1920 n°. 29 en de in verband daarmede door den Minister van Arbeid genomen beschikkingen, zooals die achtereenvolgens in de Staatscou rant zijn opgenomen en hierbij ter kennisneming worden overgelegd. Ofschoon, zooals bekend is, de Minister de toekenning van bouwpremiën tijdelijk heeft stop gezet voor de aanvragen, welke na 1 Juni bij de gemeentebesturen zijn ingekomen, mag worden verondersteld, dat althans voor deze gemeente daarop eene uitzondering zal worden gemaakt om de een voudige, maar tevens gegronde reden, dat aanvragen, als hier bedoeld, tot dusver niet konden worden ingediend, wijl noch van gemeentewege, noch van particuliere zijde bouw terrein voor het beoogde doel kon worden beschikbaar gesteld. Wij meenen geenszins aan de waarheid te kort te doen, wanneer wij als eenige oorzaak daarvan aanwijzen de ernstige vertraging, welke de goedkeuring van het raadsbesluit tot onteigening van domeingronden heeft ondervonden, geheel onafhankelijk van de zijde van het gemeentebestuur. Het raadsbesluit werd reeds 31 Maart 1920 genomen nadat alle wettelijke formaliteiten waren vermeld en op 3 April d.a.v. aan Gedeputeerde Staten ter verdere behandeling inge zonden, doch de Koninklijke goedkeuring daarop werd eerst dezer dagen, alzoo na een tijdsverloop van ruim 15 maanden, ontvangen. In aanmerking nemende het groote woningtekort in deze gemeente, dat volgens de jongste telling nog ongeveer 1000 bedraagt, bestaat er o.i. alle aanleiding toe, om dien aan bouw zooveel mogelijk te bevorderen. Zooals uit de laatste bekendmaking van den Minister in de Nederl. Staatscourant blijkt, zal de bouwpremie in den regel niet meer bedragen dan f 17,per M2. woningopper vlakte met een maximum van f 1700,per woning, terwijl

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 378