380 8 AUGUSTUS 1921. wij het hierbij gevoegd verzoek om hem te willen toestaan zijne ambtswoning te ontruimen en hem als vergoeding voor het genot van vrije woning en vrij waterverbruik toe te kennen een bedrag van f 125,zijnde het bedrag, waarop dat genot voor de berekening van zijn pensioensgrondslag is geschat. Tegen de inwilliging van dat verzoek bestaat bij ons geen bezwaar. Echter zouden wij daaraan de volgende voorwaarden ver bonden willen zien i°. dat binnen een jaar na de dagteekening van dit besluit van deze vergunning moet zijn gebruik gemaakt 2°. dat minstens eene maand te voren aan ons college moet worden kennis gegeven, wanneer de woning zal worden ontruimd 3°. dat ten aanzien van den stand of de ligging der te betrekken woning door belanghebbende vooraf de goedkeu ring van ons College moet zijn verkregen 40. dat de kantoorlocaliteit in het tegenwoordig gebouw gevestigd blijft en daarop tevens de particuliere woning van den havenmeester moet zijn aangeduid en 5°. dat aan belanghebbende als vergoeding van het genot van vrije woning en waterverbruik een bedrag van f 125, per jaar zal worden uitbetaald." Mevrouw NEVE-REINTJES vraagt, wat men van plan is met dat huis te doen. De VOORZITTER verklaart, dat het niet de bedoeling is de woning aan hare bestemming te onttrekken. Zonder verdere bedenkingen wordt het voorstel van Burgemeester en Wethouders daarop aange nomen. 32. Schriftelijke vragen van het raadslid, den heer Mar tens, betreffende de inrichting van de z.g. Lange Stallen-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 380