8 AUGUSTUS 1921.
383
tewege te ontvangen, moet tevens eene voorloopige raming
van kosten worden overge'egd.
Verder eischt de wet, dat bij eene aanvraag tot het ont
vangen van de voor den verbouw of verandering van een
bestaand schoolgebouw benoodigde gelden wordt vermeld,
of die verbouwing gewenscht wordt wegens toeneming van
het getal leerlingen boven het maximum, waarvoor het ge
bouw bij de stichting bestemd werd of wegens verlaging van
het maximum-getal leerlingen, dat per klasse wordt toegelaten
of wegens andere redenen.
Aan al deze wettelijke voorschriften, voor zoover deze op
de aanvraag betrekking hebben, is door het verzoekend be
stuur voldaan.
Zooals uit de overgelegde stukken blijkt, wenscht het
bestuur de bestaande school, welke thans 4 lokalen bevat,
uit te breiden met 5 nieuwe klasselokalen, elk lokaal ruimte
biedend voor 48 leerlingen, plus onderwijzerskamer en gym
nastieklokaal, waarvan de kosten voorloopig worden geraamd
op f 130000,
Op 15 Januari j.l. telde de school 115 leerlingen, welk
aantal bij de ingebruikneming van een vierde lokaal op 1
Mei j.l. is geklommen tot 158, zoodat mag worden aange
nomen, dat de thans in gebruik zijnde lokalen voldoende
ruimte bieden om alle leerlingen te kunnen bevatten.
De voorgenomen uitbreiding is dus niet een gevolg van
toeneming van het aantal leerlingen, waarvoor het gebouw
bij de stichting bestemd werd, doch heeft blijkbaar ten doel,
zooals trouwens ook door het verzoekend bestuur erkend
wordt om de bestaande school voor gewoon lager on
derwijs om te vormen in eene school voor uitgebreid lager
onderwijs met 9 leerjaren (U. L. O.-school).
Waar de gemeente in de toekomst de stichting, uitbreiding
en het onderhoud van alle schoolgebouwen, zoowel openbare
als bijzondere, zal hebben te bekostigen, hetgeen uit den
aard der zaak groote financieele offers vordert, ligt het voor
de hand, dat daarbij allereerst dient overwogen te worden