390 8 AUGUSTUS 1921. „Het hierbij overgelegd adres van bewoners van de Baro nielaan over de brug betreffende electriciteits-voorziening geeft ons aanleiding Uwen Raad mede te deelen, dat deze aangelegenheid reeds geruimen tijd geleden onderwerp van behandeling bij ons college is geweest. De gemeente Breda heeft van Gedeputeerde Staten bij besluiten van 28 April 1920 en 20 April 1921 vergunning verkregen tot levering van electrischen stroom op de Baro nielaan. Terwijl de levering in het gedeelte vóór de brug haar beslag kreeg, kwamen vele aanvragen om aansluiting aan het electrisch kabelnet van Breda vanwege de bewoners over de brug en wij meenden die aansluiting te moeten bevorderen door ook laatstbedoeld deel der Baronielaan van kabels te voorzien. Evenwel dachten wij goed te doen, uit deferentie, de gemeentebesturen van Ginneken en Prin- cenhage vooraf te vragen of er bij hen eenige bedenking kon bestaan tegen deze voorziening, die zeer spoedig alles in voorraad zijnde kon aangebracht worden en die, zooals wij dien gemeentebesturen schreven, zou geschieden tegen een tarief dat weinig of niet zou afwijken van het te Breda geldige. Naar ons gevoelen zouden bedoelde bewoners aldus spoedig, economisch en financieel gebaat zijn. Ons evenbe- doeld schrijven van 4 Mei j.l. werd evenwel door het ge meentebestuur van Ginneken beantwoord met het verzoek die voorziening niet te treffen, waarbij dit gemeentebestuur zich mede beriep op het gemeentebestuur van Princenhage. In deze omstandigheden meenden wij van onze bevoegd heid voorloopig geen gebruik te moeten maken. Wij merken hierbij op, dat het gemeentebestuur zich in Februari j.l. tot ons college wendde met de vraag of wij genegen zouden zijn Ginneken onzerzijds van electriciteit te voorzien. Om de zaak te onderzoeken stelden wij terstond een aantal vragen, waarop eerst onlangs een antwoord is ingekomen. Deze onderhandeling, waarvan de vertraging derhalve geenszins bij ons haar oorzaak vindt, behoefde en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 390