8 AUGUSTUS 1921 399 Met voldoening, zij het niet over den spoedigen gang van zaken, leggen wij U over het Koninklijk besluit van 6 Juni 1921 waarbij aan het raadsbesluit het beoogde effect wordt ver leend. Wat den tragen gang betreft merken wij op, dat wij niet in gebreke zijn gebleven bij schier eindelooze herhaling zoowel te 's-Gravenhage als te 's-Hertogenbosch schriftelijk en mondeling informaties in te winnen en op afdoening aan te dringen. Onder meer wijzen wij op onze brieven van 20 Januari 1921 n°. 122 aan Gedeputeerde Staten en van 10 Februari 1921 n°. 41 aan den Minister van Financiën. Met medewerking van Uwen Raad werd de koopsom dezer terreinen bereids vastgesteld. Er zal thans eene bestemming aan zijn te geven, welke wij ons aldus denken het Oranjesingel-Ceresstraat-terrein ware voor particulie ren bouw te benutten; het Marksingel-terrein over te dragen aan de Christelijke woningbouwvereeniging het Van Vlietstraat-terrein, deels aan de woningbouwver eeniging „Breda en omstreken," deels aan de algemeene woning bouwvereeniging „Breda en omgeving", terwijl omtrent het kleine Haagweg-terrein een nader voorstel aan U moge worden gedaan. Al wekt de bekende Juni-circulaire van den Minister van Arbeid vrees, dat subsidie van Rijkswege met meer moeilijkheden dan anders verkregen zal worden, zoo is er toch reden voor verwachting dat - - waar de vertraging geheel buiten onze schuld plaats had desbetreffende ver zoeken alsnog een gunstig onthaal zullen vinden. Overeenkomstig een indertijd uitgedrukt verlangen van het Domeinbestuur werden niet in bovenbedoelde onteigening opgenomen de perceelen aan het Wilhelminapark (5815 thans gemeente kweekerij voor beplanting en 5316, z g. voetbal terrein), wijl het bij de Regeering voorwerp van onderzoek uitmaakte of daaraan een andere in het Rijksbelang te geven bestemming zou worden toegekend. Inmiddels is ons ge bleken, dat voor bedoelde bestemming eerstbedoeld terrein moet gereserveerd blijven. Het andere terrein zal dus over-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 399