8 AUGUSTUS 1921.
403
even ver is. Spr verwacht dan ook niet veel resultaat van
de voorgenomen actie bij den nieuwen Minister van Oorlog,
want de besluiten worden wel door den Minister geteekend,
maar de adviezen der ambtenaren geven gewoonlijk den
doorslag, zulks is vooral aan het Departement van Oorlog
het geval. Wel moet men alle pogingen in het werk stellen
om tot een resultaat te komen en dan dient in de eerste
plaats het grondvraagstuk te worden opgelost. Dit houdt
echter direct verband met de grenswijziging en hoewel van
den Commissaris der Koningin de toezegging is ver
kregen, dat die zaak in ernstige overweging zal worden ge
nomen, is spr. ervan overtuigd, dat binnen afzienbaren tijd
deze aangelegenheid niet zal zijn tot stand gebracht. Binnen
de gemeente zal dus niet kunnen worden voorzien in den
dringenden woningnood, daar met de militaire terreinen
geen rekening kan worden gehouden. Er rest ons derhalve
nog buiten de grenzen der gemeente naar terrein om te
zien. Indien het gerucht waarheid bevat, dat er vooreerst
van een nieuw station niets zal komen, dan dient men zoo
spoedig mogelijk de exploitatie van den Belcrumpolder voor
het bouwen van woningen ter hand te nemen. Spr. behoeft
over de ellendige woningtoestanden hier ter stede niet uit
te wijden een en ander is genoegzaam bekend. Het is zelfs
zoo erg, dat de menschen, welke uit hunne woningen zijn
gezet, buiten moeten kampeeren, daar het gemeente-bestuur
in de absolute onmogelijkheid verkeert hen aan een onder
dak te helpen. In dit verband dringt spr. er op aan, de
woningbouwvereenigingen zooveel mogelijk steun te ver-
leenen. Spr. hoopt, dat de nadere overwegingen omtrent
punt 13 het resultaat zullen opleveren, dat het geheele terrein
aan de Van Vlietstraat aan de bouwvereeniging „Breda en
omstreken" zal worden afgestaan, daar deze vereeniging de
oudste brieven heeft.
Wat de beslissing omtrent de Lange-Stallenkazerne betreft,
we zullen daarin moeten berusten, hoewel ook hier weer het
belang van Breda wordt opgeofferd aan den Oorlogsmoloch.