8 AUGUSTUS 1921.
zich van ganscher harte daarover verheugen. Spr. heeft in
het antwoord van den Voorzitter twee zaken gemist,
nl. de semi-permanente woningen aan den Wilhelminasingel
en den Belcrumpolder. Wat het laatste punt betreft, had
men eerder geweten, dat van den ombouw van het station
vooreerst niets zal komen, dan zou zulks der gemeente
veel nadeel hebben bespaard, want thans is de beste tijd
voor het zich daar vestigen van industrieën voorbij.
De heer LIJDSMAN waardeert ten zeerste, dat door
zoovele raadsleden wordt geijverd voor het bouwen van
noodwoningen. Spr. zou echter niet gaarne zien, dat de
Wilhelminasingel door die woningen werd ontsierd en dat
daar als het ware een zigeunerdorp zou ontstaan, te meer
daar nog ander terrein beschikbaar is, nl. aan de Sluisstraat,
waar plaats is voor een 30-tal noodwoningen. Ten slotte
verklaart spr. een vijand te zijn van semi-permanenten
woningbouw.
De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders
niets bekend is omtrent uitstel van den bouw van een nieuw
station en postkantoor. Het is misschien mogelijk, dat het
tijdstip van de uitvoering dier plannen iets is verschoven,
doch spr. gelooft niet aan een uitstel „ad calendas Graecas".
Mocht echter daaromtrent zekerheid worden verkregen dan
zal de kwestie van den Belcrumpolder nader onder de oogen
moeten worden gezien. Semi-permanente woningbouw is
kostbaar en voldoet niet. Het is bezwaarlijk de menschen
naar buiten te sturen en woningen in de omliggende ge
meenten te zetten. Spr. zou het ten zeerste bejammeren,
indien aan den Wilhelminasingel een zigeunerdorp ontstond.
Het getuigt ook niet van een perspectivischen kijk op de
zaak, wanneer men dien singel wil gaan vol smijten met
eenige honderden woningen, zoolang men niet weet wat in
de naaste toekomst de uitbreidingsplannen zijn De Raad kan
er echter van verzekerd zijn, dat Burgemeester en Wethou
ders voortdurend ernstig trachten in den nood te voorzien.