20 SEPTEMBER 1921. 423 De heer KORTEWEG vraagt nog of de gemeente niet als borg zou kunnen optreden. De VOORZITTER zegt, dat het College eerst antwoord verwacht op de vraag of de vereeniging met toepassing van een ander instituut dan dat van opstal gebaat zal zijn. Alsnu wordt besloten het adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. 10. Adres van den Algemeenen Bond van Politiepersoneel in Nederland, verzoekende een uitspraak te willen doen in zake verzorging en salariëering van het politiepersoneel, als mede omtrent de waarde van den politiearbeid. De VOORZITTER merkt op, dat de salarisregeling van het politie-personeel nog geen jaar geleden is vastgesteld. Mocht zij echter te zijner tijd voor herziening in aanmerking komen, dan zullen de verschillende salarisregelingen geza menlijk onder de oogen worden gezien en kunnen de wen- schen in dit adres uitgesproken in beschouwing worden ge nomen. Spr. geeft in overweging het adres voor kennisgeving aan te nemen. Daartoe wordt besloten. 11. Adres van de afd. Breda van de Nederlandsche ver eeniging tot bescherming van dieren, verzoekende bepalingen te maken omtrent i°. het toelaten van een bepaald aantal personen op de balcons der tramwagens en 2°. het stoppen aan de daarvoor bestemde tramhalten. De VOORZITTER wijst er op, dat ten aanzien van punt 2 al bepalingen zijn gemaakt, zoodat men in deze een open deur heeft ingetrapt. Wat punt 1 betreft, daarin is reeds voorzien bij de algemeene politieverordening. Adressante zal dan ook zeer waarschijnlijk op 't oog hebben het feit, dat aan die bepalingen niet voldoende de hand wordt gehouden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 423