432
2o SEPTEMBER 1921.
eveneens voor velen omhoog werkend en daarom dringt hij
er op aan ook de handels- en kantoorbedienden te helpen.
De VOORZITTER wijst op het principieele verschil tus-
schen beide aanvragen. Het ééne geval betreft een Rijkszaak,
het andere is een particuliere kwestie. Met de commissie
voor de Ambachtsschool is de zaak besproken, deze was ook
van oordeel dat voor den cursus van Rijkswege een lokaal
beschikbaar gesteld dient te worden. Bij inwilliging van het
verzoek van „Mercurius" heeft men talrijke consequenties
te duchten en komt men voor groote moeilijkheden te staan
als straks andere bonden en vereenigingen met soortgelijke
aanvragen komen. Als de gemeente aan elke organisatie
een lokaal afstond met gebruik van vuur en licht en mis
schien ook gebruik van leermiddelen zou het veel op een
verkapte subsidie-verleening gaan gelijken. Het komt spr.
dan ook beter voor, de particuliere aanvragen om beschik
baarstelling van een lokaal stuk voor stuk te behandelen
en daarbij na te gaan of het toekennen van een subsidie
aanbeveling zou verdienen.
De heer KLUFT merkt op, dat de schoenmakerscursus
slechts tijdelijk is.
De heer LOOMANS vraagt of „Mercurius" er niet op
gewezen kan worden, dat hier reeds een Handelsavondschool
bestaat.
De VOORZITTER zegt, dat de cursussen van „Mercurius"
iets verder gaan dan de Handelsavondschool. Voorts verklaart
spr., dat de schoolhoofden niet voor de beschikbaarstelling
van nog meerdere lokalen zijn, o.a. omdat de leermiddelen
daardoor aan beschadiging worden blootgesteld. Er zijn
trouwens al tal van schoollokalen iederen avond bezet. Men
moet ook met het schoonhouden rekening houden en de
taak van concierges e. d.