2o SEPTEMBER 1921. 447 tooiïng nadert," is het gevvenscht om zoo spoedig mogelijk met de rioleering enz. te beginnen, weshalve wij U voor stellen ons daartoe machtiging te verleenen en in verband daarmede de gemeente-begrooting voor den dienst 1921 te wijzigen conform het hiernevensgaand ontwerp-besluit." De heer KORTEWEG vraagt of het in de bedoeling ligt dit werk publiek aan te besteden. De VOORZITTER zegt, dat het door de gemeente zelf verricht zal worden. Als de dienst van Openbare Werken daar niet voor geschikt was, kon men dat bedrijf wel op doeken. Den heer KORTEWEG lijkt het voordeeliger het werk publiek aan te besteden. Zonder verdere bedenkingen wordt conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 35. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om, ten einde te kunnen voorzien in de behoefte aan bouwterrein voor het stichten van arbeiderswoningen te besluiten tot aankoop van de perceelen grond, gelegen aan het Dijkje kadastraal bekend sectie A, n°. 6070, groot 5,54 aren, voor de som van f 831,en sectie A, n°. 6071, groot 55,73 aren (met uitzondering van een strook ter breedte van 1 M. achter de woningen aan de Beekstraat), voor de som van f 6600,een en ander te vermeerderen met de onkosten, vallende op dien aankoop. De VOORZITTER deelt mede, dat het niet onmogelijk is, dat de gemeente van den nieuwen Minister van Oorlog toch nog een strook van de Gasthuisvelden kan krijgen. Dit in verband met de belofte, dat het College den Raad op de hoogte zal houden met al hetgeen op den woning nood betrekking heeft. Voorts verklaart spr., dat het plan is op den grond aan het Dijkje zoo goedkoop mogelijke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 447