448
20 SEPTEMBER 1921.
woningen te bouwen voor sociaal-achterlijken en wellicht
ook nog eenige betere.
Zonder bedenkingen wordt overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
36. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wij
ziging van de huurvoorwaarden van het Paviljoen in het
Valkenberg, luidende als volgt
,,In Uwe vergadering van den 16 Januari 1898 werd be
sloten voor den tijd van 30 jaren, ingaande 1 Mei 1898 en
alzoo eindigende 1 Mei 1928, te verhuren aan de Groote
Sociëteit te Breda een deel van het Valkenberg op verschil
lende bij dat raadsbesluit vastgestelde voorwaarden.
Toen later deze voorwaarden te bezwarend voor de
huurster bleken te zijn, werd zij bij Uw besluit dd. 29 April
1910 van de betaling der huur, alsmede van de verdere
verplichtingen aan de huur verbonden, ontslagen. Als
contrapraestatie nam toen de huurster eenige andere ver
plichtingen op zich.
Het komt ons gewenscht voor thans in de voorwaarden
gesteld bij voormeld raadsbesluit eenige wijzigingen te brengen.
Zoo is omtrent het gewone onderhoud niets bepaald,
aangezien de voorwaarden daaromtrent gesteld bij de over
eenkomst van 24 Mei 1898 door het raadsbesluit van 29
April 1910 geheel zijn vervallen.
Verder was in het laatstgemeld raadsbesluit de voorwaarde
opgenomen, dat de gemeente tegen betaling van f 1000.
den eigendom van het Paviljoen c. a. kan verkrijgen „binnen
den tijd van 3 jaren na dagteekening van 1 Mei 1910".
Deze termijn is 1 Mei 1913 verstreken zonder dat de ge
meente van dat recht gebruik heeft gemaakt. Het lijkt ons
wenschelijk een dergelijke bepaling, maar thans voor onbe-
paalden tijd, weer in het leven te roepen, opdat de ge
meente het recht bekome te allen tijde den eigendom van
den opstal te verkrijgen.