44
27 JANUARI 1921.
21. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, daarbij
machtiging verzoekende tot openbare verhuring voor den
tijd van één jaar, ingaande i Januari 1921, van verschillende
landerijen, gelegen in den Belcrumpolder onder Teteringen.
De heer KLUFT is het opgevallen, dat er bijna geen
raadsvergadering plaats heeft, waarin niet wordt besloten
tot verhuring van stukjes land en wel telkens voor één jaar.
Spr. heeft indertijd toen het hout duur was, er opgewezen
tot verkoop over te gaan, thans wordt het steeds goedkooper
en de prijzen zijn sedert dien met 200 a 300 °/o omlaag
gegaan. Als toen in overeenstemming met zijn raadgeving
was gehandeld, had het hout eenige duizenden guldens meer
kunnen opbrengen dan nu het geval zou zijn. Voorts wijst
spr. op de gunstige gelegenheid, welke de Belcrumpolder
biedt voor het bouwen van noodwoningen. Men zoekt naar
gronden voor dat doel daar liggen hectaren grond genoeg.
Als we nagaan wat de Belcrumpolder aan de gemeente reeds
heeft gekost, is het een aardige schadepost geworden. En
als spr. dan daarbij nog in aanmerking neemt de groote
werkloosheid, welke thans heerscht, gevoelt hij zich gedron
gen in overweging te geven deze landerijen niet te verhuren,
maar eindelijk eens te beginnen met het uitvoeren van de
bestaande plannen tot exploitatie van den Belcrumpolder,
zulks zal zoowel in het belang van de gemeente, als in dat
van de werkelooze arbeiders zijn.
De VOORZITTER zegt, dat de oplossing, welke de heer
Kluft aangeeft op moeilijkheden stuit. Eerst moet men
weten welke gronden de spoor noodig heeft, alvorens met
de exploitatie van den polder te kunnen aanvangen. Nog
dezer dagen heeft een belangrijke missive daaromtrent het
College bereikt. Het gaat om een belangrijk stuk grond
wanneer dat de gemeente mocht ontvallen, zou daardoor
een ingrijpende wijziging in de plannen moeten plaats grijpen.
Wat het tegelijkertijd dienstbaar maken van deze exploi
tatie aan de werkverschaffing betreft, spr. betwijfelt of men