27 JANUARI 1921. 45 die werkeloozen welke voor het meerendeel uit andere branches komen, voor polderwerk zou kunnen gebruiken. Ten slotte zegt spr., dat het College heeft gemeend dit voorstel te moeten doen om deze gronden tijdelijk produc tief te maken. De heer KLUIFT is het met de zienswijze van den Voor zitter, omtrent het niet geschikt zijn van werkeloozen voor polderwerk, niet eens. Men had die opvatting dan het vorig jaar in toepassing moeten brengen. Volgens spr. is echter ieder man bruikbaar om grond te bewerken. Alsnu hvordt besloten Burgemeester en Wethou ders de gevraagde machtiging te verleenen. De heer KLUFT wenscht aanteekening, dat hij tegen het voorstel is. 22. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot onder- bandsche verpachting van de gemeente-visscherijen, luidende als volgt „Wij hebben de eer U mede te deelen, dat op 1 Januari „j.l. de pacht is geëindigd van de visscherijen dezer ge- „meente. In verband hiermede zijn de navolgende adressen „ingekomen „1. van de K. E. Vereeniging „de Baroniesche Henge laars" te Breda, voor het geheele vischwater; „2. van R. van den Bogaert-Segers, aldaar, „voor het perceel vanaf Terheijden tot aan het z.g. „paardenhuisje „3. J. Kiev its te Geertruidenbergen „4. J. van Balkom te Hank (Dassen), beiden voor „het geheele vischwater. „Na verschillende besprekingen over deze aangelegenheid „is ons de wenschelijkheid gebleken om de verpachtingen i,van het vischwater onderhands ten behoeve van de Ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 45