3o SEPTEMBER 1921.
463
juichen en joelen, maar zij zouden het ook doen wanneer
het een standbeeld van Jacobus II, Martin Luther
of Carolus Borromeüs betrof, evengoed als zij achter
een optocht van de S. D. A. P. of een optocht ter gelegenheid
van het 25-jarig herdenkingsfeest van de encycliek „Rerum
Novarum" hossen en zingen van ,,Laat nu de klok maar luiden
Het kan het publiek nu eenmaal weinig schelen wien of
wat de feestvreugde geldt. Spr. is er dan ook van overtuigd,
dat 95 van de ingezetenen niet weet wanneer de Koning
stadhouder heeft geleefd. Doch, revenons a nos moutons,
nl. de dubbeltjes en dan vraagt spr. of het, gezien den ern-
stigen toestand van de gemeente-financiën, geoorloofd is
een dergelijke greep in de gemeentekas te doen. Daar Bur
gemeester en Wethouders zich in hun nota hebben beroepen
op de bewoordingen van de Troonrede, betreffende de in
richting van het publieke leven in verband met den gelde-
lijken toestand, had men van het College wel iets anders
mogen verwachten, te meer, wanneer men daarbij in aan
merking neemt, dat in de vorige vergadering het prae-advies
van Burgemeester en Wethouders op een verzoek van het
Kruisverbond om toekenning van een jaarlijksche bijdrage
van f 100,afwijzend luidde wegens den moeilijken toestand,
waarin de gemeentekas verkeert en op een verzoek om steun
van de „uitgetrokken" sigarenmakers niet werd ingegaan
omdat ook andere „uitgetrokkenen" zouden volgen, hetgeen
voor de financiën een groot bezwaar zou opleveren. Moet
men zich dus over de houding van Burgemeester en Wet
houders in deze verwonderen, nog veel meer verbaasd staat
spr. over den Wethouder van Financiën, die in andere ge
vallen de koorden van de beurs veel te strak vasthoudt en
zich steeds tegen uitgaven voor sociale doeleinden verzet.
De heer FEBER Neen, neen
De heer HAALMAN Ja, ja Diezelfde wethouder gaat
thans losjes over een uitgaaf van f 7500,heen. Klinkt
het niet ironisch te lezen, dat Burgemeester en Wethouders