472 30 SEPTEMBER 1921. ingevoerde koede rijkskeurmeester had ze goedgekeurd. Spr. kon als leek direct zien, dat die organen gevaarlijk waren om tot menschelijk voedsel te dienen en de gemeente keurmeester, die ze had afgekeurd, werd dan ook in het gelijk gesteld. Spr. vraagt zich af, wat de gevolgen wel hadden kunnen zijn, als die organen volgens den wensch van den rijkskeurmeester waren geconsumeerd. In dat verband wijst spr. op een dergelijk geval, hetwelk zich in Wageningen heeft voorgedaan en waarbij een drietal personen is over leden, tengevolge van het gebruik van door een rijkskeur meester goedgekeurd vleesch. Spr. moet dan ook ten sterkste opkomen tegen het feit, dat praktizeerende veeartsen tegelijk optreden als keurmeester en dit nog wel op de meest roe- kelooze wijze Spr. kent nog een geval van een slager, die zoo wijs was vleesch, niettegenstaande het door den rijks keurmeester was goedgekeurd, hier niet in te voeren, wijl hij voor de gevolgen vreesde. Zelfs werd hier indertijd in gevoerd vleesch afkomstig van varkens, die aan vlekziekte gestorven waren en waarop het stempel van den rijkskeur meester stond Spr. acht zich verplicht te wijzen op de groote gevaren, waaraan de bevolking van Breda tengevolge van de praktijken der rijksveeartsen en rijkskeurmeesters bloot staat. Den een of anderen tijd krijgen wij hier ook nog eens zoo'n treurig geval. Laten we dus den put dempen alvorens het kalf verdronken is. Wij hebben hier wel hulpkeurmees ters, die alle hulde verdienen, maar zij komen in dergelijke gevallen te staan tegenover gediplomeerde rijksveeartsen. Dat is geen figuur voor een gemeente als Breda De keu ringsdienst dient op een voor Breda passende wijze te worden ingericht. De gemeente-keurmeesters zouden het toejuichen als zij van de ontzettende verantwoordelijkheid werden ont last. Spr. weet wel, dat de Voorzitter straks zal wijzen op de Vleeschkeuringswet, doch de meest drastische maat regelen zullen geen effect hebben, als niet de medewerking wordt verkregen van de omliggende gemeenten. Wij moeten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 472