474 SO SEPTEMBER 1921. ticuliere praktijk uitoefent. Misschien zal het toch vvenschelijk zijn een verordening samen te stellen, wanneer de Vleesch- keuringswet wat lang wegblijft. De gemeentelijke keurings dienst echter doet goed zijn plicht en daarmede is toch al veel te bereiken. Het rapport wordt daarop voor kennisgeving aangenomen. 6. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, houdende mededeelingen in zake de loonen van de tramconducteurs, luidende als volgt „Naar aanleiding van het indertijd door Uw medelid, den heer B o g m a n s, ingediend voorstel om de loonen der tram conducteurs te verhoogen en deze gelijk te stellen met de loonen van de werklieden, ingedeeld in de ie loonklasse, welk voorstel in Uwe vergadering van 30 Juni j.l. een punt van behandeling heeft uitgemaakt en alstoen in onze handen werd gesteld ter afdoening, hebben wij de eer U mede te deelen, dat de grootst mogelijke meerderheid van ons col lege van oordeel is, dat er bij den tegenwoordigen stand van -zaken, die zelfs opheffing van het bedrijf kan doen vreezen, geen aanleiding bestaat om tot loonsverhooging over te gaan, te meer, wijl van een noodtoestand te dien aanzien niet kan gesproken worden en in aanmerking ge nomen de door de conducteurs uit giften verkregen bij in komsten, welke gemiddeld op f 7.per week kunnen gesteld worden." Den heer BOGMANS bevreemdt het ten zeerste, dat geen beter antwoord van Burgemeester en Wethouders op zijn voorstel is ingekomen. Wat toch is vooraf gebeurd De tramcommissie had geadviseerd tot een loonsverhooging van f 2,-- per week, de meerderheid van het College van Bur gemeester en Wethouders had tot toekenning besloten, de mededeeling daarvan was reeds aan de conducteurs gedaan en nu, nadat de menschen dus blij gemaakt zijn, wordt weer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 474