478
30 SEPTEMBER 1921.
wegmaatschappij uitgekeerd niet als basis nemen voor ons
trampersoneel. Dat zijn loonen vastgesteld door een van
W e s s e m en een van Wieringhen Borski en van
laatstgenoemden heer hebben wij toch wel genoeg gehad
De VOORZITTER verzoekt den heer Moll .geen per
sonen, die niet aanwezig zijn, in het debat te brengen. Voorts
wijst spr. er op, dat als de loonen aan de paardentram van
den Bosch naar Vught hooger zijn, men daarbij in aanmer
king moet nemen, dat daar veel minder fooien worden ge
geven vanzelf dient men dan meer loon uit te keeren.
Dergelijke gevallen zijn er nog wel meer aan te halen.
De heer HAALMAN constateert, dat de Raad er niet mede
verwend wordt, dat het geheele College van Burgemeester
en Wethouders over eene zaak het woord voert. De heer
P' e b e r denkt, dat de conducteurs indien hun loon ver
hoogd wordt schade zullen lijden doordat zij minder fooien
zullen ontvangen, doch spr. verwacht, dat de mentaliteit van
Bredasche publiek anders zal zijn. Spr. is het volkomen met
den heer B o g m a n s eens, dat de loonen te laag zijn. Zoo
lang als het trambedrijf er is, rust op ons de verplichting
-- onverschillig of dat bedrijf goed of slecht gaat er
voor te zorgen dat het personeel voldoende wordt betaald.
Men moet zich ten aanzien van de loonen der tramconduc
teurs niet aan andere plaatsen spiegelen de ééne geeft eens
wat meer, de andere wat minder Spr. zal voor de motie-
B o g m a n s stemmen.
De heer VAN GROENENDAEL deelt mede, dat hij in
dertijd in de vergadering van de tramcommissie voor een
loonsverhooging van f 2,geweest is. Spr. zal dan ook nu
voor de motie-B o g m a n s stemmen.
De heer BOGMANS wil even terugkomen op het gezegde
van den Voorzitter, dat, indien de conducteurs het niet
zoo goed hadden, zij wel een andere betrekking gezocht