27 JANUARI 1921.
47
„netten opruiming te houden van roofvisschen. Wij zijn
„voornemens om in de overeenkomsten eene bepaling op
„te nemen, dat, alvorens daartoe ten hoogste eens in
„twee jaren wordt overgegaan, tijdig een verzoek tot het
„afvisschen aan ons moet worden gericht en dat zoodanig
„afvisschen des noodig zal geschieden onder toezicht van
„de Visscherij-inspectie. De bij het afvisschen gevangen
„visch zal op de markt te dezer stede moeten worden
„verkocht.
„Verder zullen in de overeenkomsten de gewone voor-
„waarden worden opgenomen, terwijl dan tevens ook een
„oplossing zal gevonden worden omtrent het visschen op
„de taluds, eene zaak, ten aanzien waarvan o m. het lid van
„den Raad, de heer Me ij vis, meermalen zijne belangstel
ling heeft getoond, n.l. door in de overeenkomsten op te
„nemen, dat aan de leden der vereeniging toegang tot de
„taluds wordt gegund, mits deze zijn voorzien van een lid-
„maatschapskaart en zulks slechts tusschen 1 October en 1
„Mei. Blijkens mededeeling van den heer Directeur van be
plantingen bestaan hiertegen, uit een oogpunt van be
groeiing, geen bedenkingen, terwijl e.v. schade aan taluds
„door de vereeniging moet worden vergoed.
„Naar aanleiding van het hiervoor medegedeelde hebben
„wij de eer U voor te stellen op de adressen sub 3 en 4
„afwijzend te beschikken en te besluiten tot onderhandsche
„pacht van de visscherijen dezer gemeente aan de K. E.
„Vereeniging „de Baroniesche Hengelaars" en den heer R.
„van den B o g a e r t-S e g e r s, alhier, overeenkomstig het
„het hierbijgevoegd ontwerp.
De heer MEIJVIS betuigt zijn dank voor het.voorstel, dat
ook een sociale strekking heeft. Spr. zou echter nog iets verder
willen gaan en vragen om ook hetzelfde te doen ten aanzien
van den vijver in het Wilhelminapark en zou verder het
betreden der taluds voor visschen met de peur gedurende
den geheelen zomer willen zien toegestaan.
