3o SEPTEMBER 1921 481 stoepen niet meer af te teekenen. Spr. kan de bezwaren van den heer C e r u 11 i dan ook niet deelen en adviseert de ontwerp-verordening aan te nemen. De heer KORTEWEG is het met den heer Cerutti eens, dat het niet aangaat de menschen, die indertijd hun stoepen hebben afgestaan thans voor het hebben van kelder luiken te laten betalen. De heer HAALMAN is, evenals de heer Cerutti, van meening, dat dit voorstel hetzelfde is als wat de Raad heeft verworpen. Formeel luidt het anders, doch practisch komt het op hetzelfde neer. Immers de menschen zijn er niet mede geholpen, want zij kunnen hun recht niet bewijzen. Zij hebben, toen zij hun stoepen afstonden, het als een conditio sine qua non beschouwd, dat de gemeente daarvoor nooit belasting zou heffen. Spr. kan zijn stem niet aan dit voorstel geven. De VOORZITTER zegt, dat het in zooverre een ander voorstel is, dat de rechten in het artikel bedoeld met meer waarborgen zijn omkleed aan den Raad is thans de beslis sing overgelaten. Wat de heer Cerutti wil, is het recht geweld aandoen. De juristen, die de heer Cerutti uit het graf heeft doen verrijzen, zouden het er mee eens zijn, dat men op de indertijd cadeau gegeven stoepen geen rechten kan doen gelden tenzij bij dien afstand voorbehouden en dat de gemeente geen gunsten kan opdringen. Het gaat niet aan, hen van heffing vrij te stellen nu zij bovendien van het onderhoud van de stoepen af zijn. De heer FEBER moet den heer Korteweg, die een pleidooi heeft gehouden voor het niet-belasten van kelder luiken, opmerken, dat het hier niet alleen gaat om de vrije beschikking over kelderluiken stond de gemeente zulks toe, dan erkent zij daarmede tevens de vrije beschikking over

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 481