4S 27 JANUARI 1921. De heer MARTENS sluit zich geheel aan bij het door den heer M e ij v i s gevraagde. De heer KLUFT wil de zinsnede, betreffende het ver goeden van schade aan de taluds door de vereenigingen, uit de voorgestelde regeling lichten. De heer MEIJVIS geeft in overweging de door den heer Kluft bedoelde zinsnede aan te vullen, zoodat daarin sprake zal zijn van „opzettelijke schade". De VOORZITTER deelt mede, dat waar de Hengelaarsver- eeniging uit eigen initiatief heeft aangeboden eventueele schade aan de taluds te vergoeden, het geen aanbeveling verdient deze bepaling te gaan verzwakken. In de vijvers van het Wilhelminapark bevindt zich wel veel visch, doch er bestaat bezwaar tegen het betreden van de taluds aldaar. Te zijner tijd zullen die vijvers met de zegen kunnen worden uitgevischt. In de conferentie met betrokkenen bleek, dat de beperking van 1 October1 Mei gaarne werd aangeno men. •Verruiming te dien aanzien kan nader worden over wogen. De heer KORTEWEG wijst er op, dat, wanneer men de vijvers met de zegen laat uitvisschen, de opbrengst niet ten voordeele van de gemeente komt. De VOORZITTER antwoordt den heer K o r t e w e g, dat het toch niet aangaat om de menschen te laten visschen, terwijl de gemeente de visch opeet. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aange nomen. 23. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot onder- handsche verhuring van de woning aan de Prinsenkade n°. 20, gedeeltelijk aan de Bredasche Burgerwacht en gedeeltelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 48