30 SEPTEMBER 1921.
491
persoon buiten de gemeente gaan wonen. Van den heer
Haaiman kreeg spr. geen nadere opgave, zoodat het
College bij slot van rekening bedoelde partij er buiten moest
laten. Bij eventueele vacatures kan evenwel met den wensch
van 'shéeren Haalman's fractie rekening worden gehouden.
De heer MEIJV1S durft den heer Haaiman aan te
bevelen voor de plaats van meerderjarig inwoner der gemeente.
Spr. wijst er op, dat nergens in de wet het zitting- nemen
van raadsleden in deze commissie is verboden. Burgemeester
en Wethouders hebben een onbillijkheid begaan, welke de
Raad dient te herstellen.
De heer COHEN zegt, dat toch op meer plaatsen raads
leden in de commissie van toezicht op het lager onderwijs
zitting hebben. Spr. vraagt, waarom het dan hier niet zou
kunnen.
De VOORZITTER wijst op de moeilijkheden, welke zich
bij het samenstellen van de aanbevelingslijst hebben voor
gedaan het College moest daarbij o.a. rekening houden met
den godsdienst van de voor te dragen personen. Spr. is
aangenaam getroffen door de belangstelling van de S.D.-
raadsfractie, doch men moet dan ook medehelpen bij het
zoeken van een candidaat.
De heer KORTEWEG merkt op, dat er niet voldoende
rekening is gehouden met de godsdienstige richtingen. Er zijn
hier drie Protestantsche scholen, terwijl de beide n°. 1 op
de aanbeveling geplaatste onderwijzers van bijzondere scholen
n.l. mej. Van Hoogstraten en de heer Pas beiden
Katholiek zijn, ook de aanbevolen onderwijzers van openbare
scholen de heeren Van Wiechen en Baijings be-
hooren tot de R. K. Kerk. Spr. geeft het College in over-
weging het initiatief te nemen tot het aanbrengen van ver
anderingen in de lijst.