492
30 SEPTEMBER 1921.
De VOORZITTER zegt, dat zeer zeker rekening is ge
houden met de verschillende godsdienstige richtingen.
De heer KORTEWEG Niet met de Protestanten
De VOORZITTER noemt de opvatting van den heer
Korteweg onjuist; van de 20 personen, welke op de lijst
zijn geplaatst, zijn er 6 niet-Katholiek, dit staat ongeveer van
1 3, terwijl de verhouding van niet-Katholieken tot Katho
lieken in deze gemeente is van 1 6.
De heer KORTEWEG zegt, alleen neer te komen op de
onderwijzers.
De VOORZITTER meent, dat de heer Korteweg toch
zal moeten beamen, dat de lijst niet partijdig is samenge
steld. De heer Korteweg komt slechts neer op één ca
tegorie men moet daarbij echter in aanmerking nemen, dat
wij ten gunste van het bijzonder onderwijs ook een paar
dames wenschten aan te bevelen. Het zeer vele werk om de
lijst in elkaar te zetten kan niet met een enkele dooddoener
te niet worden gedaan.
De heer KORTEWEG wijst op het feit, dat wanneer de
commissie in overleg met den Inspecteur het algemeen leer
plan zal hebben samen te stellen geen enkel Protestantsch
hoofdonderwijzer daaraan zal medewerken.
De VOORZITTER antwoordt, dat toch de heeren Loeff,
Losecaat van No u hu ij s en van Hille, allen Pro
testant zijn en toch ook onderwijsbelatigen vertegen
woordigen.
De heer KORTEWEG is het toch niet met de aanbeve
lingslijst van Burgemeester en Wethouders eens en doet
een beroep op den Raad om de billijkheid te betrachten.
De heer HAALMAN zal niet veel zeggen, daar hij in