22 OCTOBER 1921. 519 17. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wij ziging van de verordening, regelende de belooning van het onderwijzend personeel aan de Handelsavondschool, luidende als volgt „Van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen ontvingen wij den hierbij gevoegden leidraad, waarnaar zijne Excellentie de salarissen van het personeel der Handelsavondschool, te rekenen van 1 Januari 1920, wenscht berekend te zien. Ofschoon de ministerieele circulaire, waarbij deze leidraad te onzer kennis werd gebracht, reeds dagteekent van 24 December 1920, zijn er omstandigheden, welke er toe geleid hebben, dat wij niet eerder in de gelegenheid waren U een voorstel te doen, om de door den Minister voorgestelde regeling voor deze gemeente te aanvaarden. Volgens de tot dusver geldende regeling geniet de directeur, die gedurende de schooltijden steeds in de school moet aan wezig zijn, eene wedde als die van een leeraar belast met het volledig aantal wekelijksche lesuren (15)) behalve het bedrag dat hem voor de algemeene leiding wordt toegekend. De nieuwe leidraad kent den directeur, wanneer zijne aanwezigheid, ook buiten de door hem gegeven lessen, noodzakelijk is, slechts eene bezoldiging toe, berekend naar ten hoogste 12 lesuren per week, behalve het bedrag voor de algemeene leiding bestemd. Eene vermindering in salaris derhalve van 3 lesuren per week, niettegenstaande de arbeidspraestatie dezelfde blijft. Verder heeft de Minister bepaald, dat aan leeraren, die eene volledige dagtaak bij het onderwijs hebben, in de avond uren niet meer dan acht lesuren in totaal mogen worden opgedragen. Tengevolge van dit voorschrift zullen de lesuren van de leeraren Boost en Van der Linden respectievelijk rnet 2 en 1 per week moeten worden ingekrompen, hetgeen eveneens achteruitgang van salaris tengevolge heeft.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 519