22 OCTOBER 1921. een nieuwe kolenloods, een mechanische kolenlos-, transport-, breek- en bunkerinrichting, een mechanische cokestransport-, breek-, zeef- en bunkerinrichting, een cokesopslagplaats, een nieuw stokerijgebouw met nieuwe ovens en hooge fabrieks schoorsteen. Het oude stokerijgebouw zal worden hersteld en dit krijgt een andere bestemming. De stoomketels moeten overgeplaatst worden en daarbij is een nieuwe schoorsteen noodigook moeten verschillende toestellen verplaatst wordende daardoor vrijkomende ruimte in het oude ketelhuis biedt gelegenheid om hier een kantoor voor den buitendienst (afdeeling distributie) te stichten, benevens 2 kantoren voor de 2 hoofdopzichters. Deze kantoren bevinden zich thans in eenige zeer onvol doende lokaliteiten boven de machinekamer. Tevens is het mogelijk een goede verbinding te maken van de zuidzijde met de noordzijde van de fabriek, wat wel zeer noodig is. Voorts zal een nieuw gebouw gesticht worden, waarin magazijn, wasch- en schaftlokaal, timmermanswerkplaats, schilderwerkplaats en smederij, terwijl tegen het oude stokerij gebouw een nieuwe fitterswerkplaats gedacht is, waaraan ook dringend behoefte is. Tevens zullen verschillende bestratings- en riolerings werken moeten worden uitgevoerd. Alle deze benevens nog vele kleine werken en werkzaam heden, inclusief het afbreken van verschillende gebouwen zullen een uitgaaf vorderen van ten hoogste f 643.000, De oude fabriek zal op 31 December 1922 te boek staan voor f 220.000,zoodat de omgebouwde fabriek een boekwaarde van f 863.000,zal hebben. Hierbij zij opgemerkt, dat hieronder niet de later bij te plaatsen watergasinstallatie begrepen is. Hieraan behoeft eerst gedacht te worden als de maximum- gasaflevering per etmaal tot 25000 M3 is toegenomen. (In 1920 was de maximum-gasafgifte per etmaal 16540 M3). Een watergasinstallatie zou naar de tegenwoordige prijzen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 525