532 22 OCTOBER 1921. opdoen. Ten slotte zegt spr., dat hij er gaarne toe zal mede werken om de leden in de gelegenheid te stellen de gas fabriek te bezichtigen. De VOORZITTER wil even zijn standpunt verklaren ten aanzien van het reizen spr. is het in deze niet met den heer K a n t e r s eens. Men leert al ziende en hoorende altijd wat. Spr. heeft onlangs de gasfabrieken te Tilburg en Eindhoven bezocht welke hij ook aan de commissie aanbeveelt op haar reis te gaan bezichtigen en hoewel hij niet als technicus is gegaan, heeft hij daarbij toch zeer veel geleerd. De bedoeling is, dat de commissieleden eenige Nederlandsche steden bezoeken men behoeft daarvan geen financieel onheil te duchten. Naar aanleiding van de vraag van den heer Kluft, zegt spr., dat de raadsleden welkom zullen zijn aan de Gasfabriek. Hun zullen alle mogelijke faciliteiten verleend worden en zij zullen daar ontvangen worden met de eer aan hun waardigheid verschuldigd. Waar nu dezen middag eensklaps zulk een enorme belangstelling voor de Gasfabriek blijkt te bestaan, verwondert het spr. alleen maar, dat niet alle leden zich direct na kennisneming van de nieuwe plannen naar de fabriek hebben gespoed. Het komt spr. bezwaarlijk voor, den Directeur voortdurend voor het geven van inlichtingen hier te laten komen, boven dien lijkt het hem onnoodig, daar de Gascommissie door den Directeur wordt voorgelichtde Raad dient toch wat de technische punten betreft op het oordeel der commissie af te gaan. Voor het overige verklaart spr., dat het College bereid is op de meest ruime wijze den Raad van voorlichting te dienen. De heer KLUFT vraagt of uit het gesprokene door den V oorzitter afgeleid mag worden, dat de raadsleden zich nu dadelijk aan de Gasfabriek kunnen vervoegen om den toestand in oogenschouw te nemen. De VOORZITTER zegt, dat, wanneer men zulks te voren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 532