533 22 OCTOBER 1921. aan den Directeur verzoekt, men er in dit geval zeer zeker staat op kan maken, dat deze bereid zal worden gevonden alle gewenschte inlichtingen daarbij te verstrekken. De heer VAN ZWEDEN hoopt, dat de Raad het niet eens moge zijn met den heer K a n t e r s, want dan zouden alleen technici in een commissie moeten zitten. Spr. is van meening, dat menschen met gezonde hersenen zonder tech nisch ontwikkeld te zijn zich toch ook wel een helder oor deel kunnen vormen over de inrichting van een gasfabriek. De heer HORNIX heeft uit de discussies begrepen, dat de toestand waarin de Gasfabriek verkeert opeens hopeloos iszulks lijkt spr. eenigszins vreemd, daar vroeger nooit ernstige klachten zijn vernomen. Voorts vraagt spr., wat men indien een leening wordt gesloten voornemens is te doen met de gelden van het reservefonds. De heer EEBER zegt, dat de wijze van dekking nog niet is vastgesteld. De VOORZITTER vraagt den heer H o r n i x of hij al eens in de Gasfabriek geweest is. De heer HORNIX Vroeger De VOORZITTER Dan moet U er nu eens heengaan de toestand is inderdaad niet langer te dulden. Onlangs is nog een gedeelte van de stad in 't duister gehuld geweest, had men toen niet juist den herstelden ketel in gebruik kunnen nemen, dan zouden de menschen nog tijden lang in 't donker hebben gezeten En daarbij betreft het hier ook een besparenden ombouw. De heer LIJDSMAN deelt als voorbeeld van den slechten toestand mede, dat de zuiverkisten om de drie dagen schoon gemaakt moeten worden, terwijl dat in normale omstandig heden slechts ééns in het jaar behoeft plaats te hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 533