22 OCTOBER 1921.
535
19. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op ver
schillende adressen tot invoering van een tapverbod c.q.
sluitingsgebod, luidende als volgt
„Om prae-advies stelde Uwe vergadering in onze handen
een adres van de voorzitster van de Maria-vereeniging en
den voorzitter van het Kruisverbond alhier met verschillende
adhaesie-adressen, waarin verzocht wordt den verkoop van
sterken drank in het klein op Zaterdagen te verbieden vanaf
11 uur voormiddag tot het sluitingsuur.
Adressanten gronden dit verzoek op de omstandigheid,
dat door de invoering van den vrijen Zaterdagmiddag het
alcoholverbruik schrikbarend is toegenomen, waardoor een
groot gedeelte van het loon der arbeiders aan hunne ge
zinnen wordt onttrokken en zijn van meening, dat door het
stellen van een „tapverbod" dit euvel dient te worden be
streden.
Mede bereikten Uwen Raad een tweetal adressen van de
afdeeling Breda van Werkgevers in hotel-, restaurant- en
cafébedrijven en van de afdeeling Breda van den Neder-
landschen Bond van koffiehuis-, restauranthouders en slijters,
welke adressen eveneens om prae-advies in onze handen
werden gesteld en waarin verzocht wordt niet tot de in
voering van een tapverbod over te gaan.
Een dier adressanten motiveert zijn verzoek onder meer,
door erop te wijzen, dat het beoogde doel door den voor
gestelden maatregel allerminst zal worden bereikt en dat
aan hen, die drankzuchtig zijn, middelen genoeg ten dienste
staan om zich van drank te voorzien. Zij meenen, dat de
grondige bestrijding eener kwaal slechts is te bereiken door
het wegnemen der oorzaken, in casu den vrijen Zaterdag
middag.
In een Uwer jongste vergaderingen kwam ter tafel een
adres van de afdeeling Breda van de Nederlandsche ver-
eeniging tot afschaffing van alcoholhoudende dranken, ver
zoekende gedurende de kermisiveek alle te Breda gevestigde
vergunningslokaliteiten, vallende onder a en b, tweede lid,