546 22 OCTOBER 1921. De VOORZITTER deelt mede, dat het reglement op ver schillende punten moet gewijzigd worden. Het College had gehoopt hiermede nog deze week gereed te komen, doch is daarin niet kunnen slagen. Spr. geeft derhalve in overweging dit punt tot een volgende vergadering aan te houden. Daartoe wordt besloten. 22. Schriftelijke vragen van het raadslid, den heer C 1 e- m e n t, in zake het ontslag van tijdelijke werklieden aan de Gasfabriek, in verband met artikel 53 van het Werklieden reglement, met antwoord van Burgemeester en Wethouders (aangehouden in een vorige vergadering), luidende als volgt „Van Uw medelid, den heer Clement ontvingen wij de onderstaande vragen, waaraan door ons bij iedere vraag afzonderlijk eene beantwoording is toegevoegd. Vraag Is het juist, dat binnenkort aan de gemeente lijke gasfabriek een aantal werklieden tijdelijk zullen worden ontslagen wegens inkrimping van personeel, om daardoor te verhinderen, dat hen straks overeenkomstig art. 53 van het werkliedenreglement eene vaste aanstelling zou worden gegeven AntivoordDeze opvatting is juist. Vraag 2. Is over deze aangelegenheid in de daartoe aangestelde commissie overleg gepleegd met de organisaties van gemeentewerkliedenzoo neen, zijn Burgemeester en Wethouders bereid voortaan alle zaken, de positie van het personeel betreffende, vooraf ter beoordeeling aan die com missie voor te leggen Antwoord: Dit is geen punt, dat in de centrale com missie van overleg thuis behoort, omdat het werkliedenre glement nog niet in werking is. Wel is indertijd hieromtrent overleg gepleegd met de commissie uit den raad ingesteld tot onderzoek van het werkliedenreglement en met vertegen woordigers van de organisaties der werklieden. Vraag j. Zijn Burgemeester en Wethouders niet van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 546