22 OCTOBER 1921. 547 meening, dat door het geven van dit ontslag wordt gehan deld tegen de bedoeling van het werkliedenreglement en in strijd met de beslissing van den gemeenteraad Antwoord: Burgemeester en Wethouders deelen deze meening niet. Vraag 4. Zijn Burgemeester en Wethouders bereid maat regelen te treffen, waardoor wordt voorkomen, dat de be trokken werklieden oogenblikkelijk geldelijk nadeel zullen ondervinden van dit tijdelijk ontslag Antwoord: Andere geldelijke nadeelen dan verlies van eenig dagloon zullen van dat ontslag niet ondervonden worden, wijl het in de bedoeling ligt, de werklieden onmid dellijk opnieuw in tijdelijken dienst te nemen. Vraag 5. Zijn Burgemeester en Wethouders bereid maat regelen te treffen, dat spoedig tot stand kome eene wacht geldregeling voor de losse werklieden Antwoord: Er bestaat geen enkele aanleiding om voor losse werklieden, die soms per uur of per dag worden aan genomen, eene wachtgeldregeling in het leven te toepen. De reorganisatie van het gasbedrijf zal wel zooveel tijd vorderen, dat de losse werklieden voldoende gelegenheid hebben een andere functie te zoeken. Vraag 6. Zijn Burgemeester en Wethouders bereid te bevorderen, dat de werklieden, die zullen worden ontslagen, bij eventueel voorkomende gelegenheid bij voorkeur in aan merking zullen komen voor de benoeming in eene andere gemeentelijke betrekking tenzij hunne ongeschiktheid daartoe mocht blijken Antwoord: Met deze opmerking zal gaarne rekening worden gehouden." 23. Adres van het Bestuur der afdeeling Breda van den Nederlandschen Bond van werklieden in Overheidsdienst, verzoekende alle losse werklieden, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het Werkliedenreglement 104 weken of langer onafgebroken in dienst der gemeente zijn, in vasten dienst aan te stellen (aangehouden in een vorige vergadering).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 547