54 27 JANUARI 1921. De heer HAALMAN-wil de kwestie door de in testellen Marktcommissie laten uitmaken. Voorts brengt spr. hulde aan Burgemeester en Wethouders voor het spoedig uit brengen van dit prae-advies. De heer K.ORTEWEG wenscht niet te wachten op een rapport van de Marktcommissie, het zou te lang duren. Spr. zal van zijn denkbeeld in deze een voorstel maken. De VOORZITTER wijst er op, dat het bepalen van het sluitingsuur der markt aan Burgemeester en Wethouders is overgelaten, alleen bij een motie zou de wenschelijkheid kunnen worden uitgesproken daarbij een zekere gedragslijn te volgen. De heer KORTEWEG zal de motie schriftelijk inzenden. De heer LIJDSMAN merkt op, dat bij een later sluitingsuur het marktplein gedurende de wintermaanden niet op tijd schoongemaakt kan zijn. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders het door den heer Korteweg nader mede te deelen denkbeeld in overweging zullen nemen. Zonder verdere opmerkingen wordt alsnu be sloten overeenkomstig het voorstel van Burge meester en Wethouders, die alsnog een wijziging van de markturen in overweging zullen nemen. 31. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van den Raad van negen van den Nationalen Bond voor Plaatselijke Keuze, om adhaesie te betuigen aan het initiatief-voorstel Rutgers c.s., bedoelende de invoering van plaatselijke keuze waarbij wordt voorgesteld dit adres voor kennisgeving aan te nemen. De heer HAALMAN kan zich wel met het voorstel van Burgemeester en Wethouders vereenigen. Spr. wil echter

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 54