564 22 OCTOBER 1921'. Daarop hebben wij de plaatselijke bladen gevraagd of zij de nota zonder commentaar in haar geheel wilden plaatsen, hetgeen dan ook is geschied. Wat de vrijheid der gemeente ambtenaren betreft om over deze aangelegenheid in de bladen te schrijven, deze kan even goed in het voordeel als in het nadeel van de zaak zijn spr. hoopt, dat de door den heer Haaiman bedoelde scribent er zich in zijn ambt met minder grappen afmaakt dan hij in zijne ingezonden stukken blijk geeft te doen. Voorts acht spr. een gewapende of ongewapende actie onzerzijds tegen de anti-annexatie-stroo- ming in de omliggende gemeenten niet noodig. Wij doen het best met kalm af te wachten en de atmosfeer niet nog meer te vertroebelen. Gedeputeerde Staten zullen zich, naar spr. heeft vernomen persoonlijk ter plaatse op de hoogte komen stellen tot dusver deden Ged. Staten, naar wij meenen, slechts onze meening toekomen aan de dagelijksche besturen der omliggende gemeenten om dezes zienswijze te leeren kennen. 33. De heer HAALMAN vraagt of het gemeentebestuur al stappen heeft ondernomen om den ondraaglijken stank tegen te gaan, die uit de grachten opstijgt. Er hebben zich in de gemeente ook gevallen van typhus voorgedaan, in dit verband, kan de vervuiling van het grachtwater nadeelige gevolgen hebben. Spr. heeft hooren beweren, dat de stank veroorzaakt zou worden door het afval dat door de suiker en jamfabrieken in de omliggende gemeenten in de Mark wordt geloosd. Indien dit inderdaad zoo is, dan is er weder een argument meer bijgekomen dat voor grenswijziging pleit. De VOORZITTER deelt mede, dat daaromtrent reeds een bespreking met deskundigen heeft plaats gehad, het water zal analytisch onderzocht worden. Bij dat onderhoud, waaraan o.a. de Dijkgraaf van het heemraadschap Mark en Dintel, de Inspecteur van de Volksgezondheid en de Directeur van den Keuringsdienst deelnamen, werd van technischen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 564