568 4 NOVEMBER 1921. 9. Interpellatie van het raadslid P. Haaiman over i°. het gebeurde aan de Gasfabriek, 20. de toepassing van art. 3 der verordening tot heffing van een belasting op de openbare vermakelijkheden en 30. het voort schrijdend vandalisme binnen onze gemeente. Rondvraag. 1. Melkventen op Zondag. 2. Woningnood. (Bouw van noodwoningen aan de Sluis straat). 3. Vervallen van art. 17 der pensioenverordening. Tegenwoordig mevr. J. M. NEVE-REINTJES en de heeren W. J. H. FEBER, B. COHEN, C. VAN ZWPTIEN, J. LIJDS- MAN, H. J. H. HORNIX, F. F. X. CERUTTI, J. M. MEIJVIS, A. C. KORTEWEG, M. W. MARTENS, TH. J. A. VAN DIJK, C. TH. BOGMANS, C. J. KLUFT, A. J. M. CLEMENT, P. HAALMAN, N. J. H. VAN GROEN ENDAEL, H. J. MOLL, W. J. A. LOOMANS en A. SCHRAUWEN. Afwezig de heeren A. W. ZIJLMANS en C. P. A. KANTERS. Voorzitter de heer J. LIJDSMAN, loco-burgemeester. Secretaris de heer A. J. VAN SON, loco-secretaris. De VOORZITTER opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 30 Sep tember j.l. overeenkomstig het bepaalde bij art. 8 van het reglement van orde ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 568