574 4 NOVEMBER 1921. dat zoovele raadsleden Zaterdag 29 Oct. j.l. aanwezig waren ter gelegenheid van de bezichtiging van de Gasfabriek, zoo dat allen den onhoudbaren toestand, welke daar heerscht, met eigen oogen hebben kunnen aanschouwen. Spr. ver trouwt dan ook, dat niemand meer aan de noodzakelijkheid van dezen ombouw zal twijfelen. De heer KLUFT brengt dank aan het College, dat de raadsleden in staat heeft gesteld om alles in oogenschouw te nemen, maar betreurt het, dat de pers daartoe niet de gelegenheid is gegeven. In de kranten n.l. hebben verschil lende berichten gestaan als zou de voorgenomen ombouw een fiasco voor de gemeente worden. Veel hebben hiertoe bijgedragen degenen, die het rapport van den Directeur verkeerd hebben opgevat. Het spijt spr. daarom, dat de pers niet van een en ander op de hoogte is gesteld, daar zij het publiek dan beter had kunnen voorlichten en hij hoopt, dat voortaan bij dergelijke gelegenheden ook de pers zal worden uitgenoodigd. Voorts zegt spr., dat al was men de verstoktste tegenstander van het plan, men zich er thans van heeft kunnen overtuigen, dat verbetering hoog noodig is. Wanneer leden van den Raad hier in 't midden brengen den desolaten toestand, waarin de fabriek verkeert spr. heeft de vorige maal reeds gezegd, dat die toestand levens gevaarlijk wordt geacht terwijl wij bovendien toch zeker mogen afgaan op het groote economische voordeel, dat de Directeur van dezen ombouw verwacht jaarlijks zal rond f 24.000 overschieten dan kan het niet anders of men moet dit plan toejuichen. Spr, hoopt dan ook, dat spoedig met den ombouw zal kunnen worden aangevangen. De heer FEBER onderschrijft de woorden van den heer Kluft. Alleen heeft deze een getal genoemd van f 24.000, waarmede spr. niet accoord kan gaan. Oppervlakkig be schouwt is dit getal volkomen juist, doch wanneer men dieper op de kwestie ingaat, kan men in het rapport van den Directeur twee zaken onderscheiden, n.l. i" de sociale

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 574