4 NOVEMBER 1921. 581 De VOORZITTER vindt, dat het niet aangaat, een aan nemer zóó aan banden te leggen. Hierop wordt het voorstel van Burgemeester en Wethouders in stemming gebracht en aange nomen met 17 stemmen tegen 1 stem. Vóór waren mevrouw N e v e-R e i n t j e s en de heeren F e b e r, Cohen, van Zweden, L ij d s m a n, Hor- n i x, C e r u 11 i, M e ij v i s, Martens, van D ij k,_ B o g- mans, Kluft, Clement, Haaiman, van Groe ne n d a e 1, Moll en Loomans. Tegen stemde de heer Korteweg. De heer Schrauwen was bij deze stemming niet tegenwoordig. 8. Brieven van Gedeputeerde Staten van Noordbrabant, geleidende adressen van personen, die beroep hebben inge steld tegen hun aanslag in de plaatselijke inkomstenbelasting dienst 1920/1921, met ontwerp-antwoorden van Burgemeester en Wethouders. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, worden deze ontwerp-antwoorden vast gesteld. 9. De VOORZITTER geeft den heer Haaiman ge legenheid tot het interpelleeren over de volgende punten ie. het gebeurde aan de Gasfabriek 2e. de toepassing van art. 3 der verordening tot heffing van een belasting op de openbare vermakelijkheden en 3® het voortschrijdend van dalisme binnen onze gemeente. De heer HAALMAN zegt, dat de burgerij is opgeschrikt door een courantenbericht volgens hetwelk de gemeente in den nacht van Vrijdag op Zaterdag j.l. in gevaar heeft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 581