582 4 NOVEMBER 1921. verkeerd door het openzetten van een gasketel. Spr. vraagt of Burgemeester en Wethouders omtrent het onderzoek in deze nadere inlichtingen kunnen verstrekken en of er maat regelen genomen zijn om dergelijke voorvallen in 't vervolg te voorkomen. De VOORZITTER deelt mede, dat door den Directeur een onderzoek is ingesteld, waarbij echter niet is uitgekomen welke persoon (of personen) het feit bedreven heeft (hebben.) De zaak is daarop hedenmorgen in handen gegeven van de Justitie. Men heeft den sleutel van den gasketel, waarmede deze kan worden opengedraaid, afgenomen, opdat het voor val zich niet zoo gemakkelijk zal kunnen herhalen. Inmid dels heeft de Directeur zooeven bericht, dat er eenig licht in de zaak gekomen is. Wij hopen er dus spoedig meer van te hooren. De heer HAALMAN wijst er op, dat in de pers de meening tot uiting is gekomen, dat hier sabotage in het spel was. Wanneer er thans eenig licht in deze duistere zaak is gekomen, dan is dat grootendeels aan hem te dan ken. Spr. kan de verzekering geven, dat van sabotage geen sprake is. De VOORZITTER verklaart, dat wanneer dit juist is het hem veel genoegen zal doen het zou ook beter voor de werklieden zijn. De heer HAALMAN bespreekt vervolgens de derde alinea van art. 3 der verordening tot heffing eener belasting op de openbare vermakelijkheden. Den heer Cerutti komt de verdienste toe vooraf verkondigd te hebben, dat de toepas sing van deze alinea aanleiding zou geven tot groote onbil lijkheden spr. brengt gaarne hulde aan diens vooruitzienden blik. Het is inderdaad zoo gegaan als de heer Cerutti heeft voorspeld. Spr. staaft deze bewering door als voorbeeld aan te halen het gebeurde met de dansclub „Prins Hendrik",

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 582