9 DECEMBER 1921.
599
het bezit van het politie-diploma uitkeeren, daar dit een ge
deelte van het salaris uitmaakt; de tijd van schorsing komt
toch ook in aanmerking voor pensioen. Van toekenning van
vergoeding voor schoeisel en handschoenen en van vacantie-
toeslag kan natuurlijk geen sprake zijn.
De VOORZITTER is van meening, dat men de zaak niet
al te formeel moet opvatten. De man was feitelijk in Mei
ontslagen, doch ter wille van zijn gezin is men hem nog
tot September tegemoet gekomen. Men kan toch geen emo
lumenten gaan geven voor den tijd, dat hij na zijn ontslag
uit tegemoetkomendheid voor het gezin tractement genoot.
De heer CERUTTI beschouwt de vergoeding voor het
politie-diploma onafscheidelijk aan het salaris verbonden.
Spr. verzoekt derhalve de zaak in nadere overweging te nemen.
De VOORZITTER wil dat wel doen, doch weet nu reeds
de resultaten dier overweging.
De heer COHEN zegt, dat het niet in zijn bedoeling ligt,
het adres door Burgemeester en Wethouders te laten afdoen
spr. wenscht na die overweging een prae-advies aan den
Raad. Wil het College daaraan niet voldoen, dan stelt spr.
voor, den gewezen agent Smits uit te betalen hetgeen hij
vraagt.
De heer HAALMAN wil in deze de rechtvaardigheid zien
betracht en geeft derhalve in overweging dit punt aan te
houden tot de volgende vergadering, opdat kan worden na
gegaan of adressant recht op die vergoeding heeft. Wij
hebben daarbij alleen te beoordeelen wat gedaan is en niet
wat gedaan had kunnen worden.
De VOORZITTER verklaart, dat de zaak reeds voldoende
nagegaan is Smits heeft eerst aan spr., daarna aan Bur
gemeester en Wethouders en nu aan den Raad gerequestreerd.
Burgemeester en Wethouders waren het eenstemmig met