6oo
9 DECEMBER 1921.
spreker eens. Er is dus volgens spr. geen reden om dit punt
aan te houden.
De heer SCHRAUWEN vraagt, waarvoor die diploma
vergoeding gegeven wordt.
De VOORZITTER licht zulks nader toe en zegt, dat die
vergoeding z.i. naast het salaris staat en er geen deel
van uitmaakt, zooals de heer C e r u 11 i beweert.
De heer CERUTTI haalt als voorbeeld aan een onder
wijzer, die een toelage geniet voor het bezit van de hoofd
akte en vraagt of in een dergelijk géval als dat van Smits
die toelage ingehouden zou worden.
De VOORZITTER vindt dat geval heel anders de toe
lage voor het bezit van de hoofdakte is wettelijk geregeld.
De heer CERUTTI stelt voor, adressant de vergoeding
voor het bezit van het politie-diploma over het tijdperk van
schorsing alsnog uit te keeren.
Daarop wordt in stemming gebracht het voorstel
van den heer C o h e n, (n.l. om adressant uit te
keeren al hetgeen hij verzoekt), hetwelk wordt ver
worpen met 13 tegen 4 stemmen.
Tegen stemden de heeren Korteweg, Haaiman,
Hornix, Feber, Cerutti, Lijdsman, vanDijk,
Moll, Bogmans, Kluft, Clement, Schrauwen
en van Groenendael.
Vóór waren mevrouw Neve-Reintjes en de heeren
Me ij vis, van Zweden en Cohen.
Vervolgens komt in stemming het voorstel van
den heer Cerutti, hetwelk wordt aangenomen
met 12 tegen 5 stemmen.