6io
9 DECEMBER 1921.
De heer MEIJVIS vraagt, of de bewuste slotzinsnede niet
uit het voorstel gelicht kan worden.
De VOORZITTER vindt zulks niet noodiger wordt
daarmede geen besluit genomen.
De heer MOLL merkt nog op, dat met 1 Januari 1922
weer vele „uitgetrokkenen" trekkende leden worden van
werkloozenkassen.
Zonder verdere bedenkingen wordt alsnu over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders besloten.
25. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot ver-
laging van de gasprijzen met 2 cent per M3. en deze alzoo
vast te stellen als volgt
a. voor levering over den gewonen meter binnen de
gemeente Breda en aan de gemeente Princenhage op
13 cent
b. voor levering over den muntmeter op 14 cent; en
c. voor levering in de buitengemeenten op 16 cent per M3.
De heer SCHRAUWEN vraagt, hoeveel overwinst er aan
de Gasfabriek gemaakt is.
De VOORZITTER zegt, dat er voldoende winst gemaakt
is om den gasprijs te verlagen.
De heer HAALMAN brengt in herinnering, dat hij inder
tijd als eenling bij herhaling heeft aangedrongen op gas-
prijsverlaging. Spr. constateert met genoegen, dat zijn opti
misme in deze niet ongegrond blijkt te zijn geweest. De
Raad kan de voorgestelde verlaging gerust aannemen het
op de begrooting der Gasfabriek voor dit jaar uitgetrokken
winstcijfer is reeds met f 20.000,overschreden. Spr meent
derhalve, dat wij in den vervolge ons niet zoo ongerust be
hoeven te maken om tot gasprijsverlaging over te gaan.