ÖI2
9 DECEMBER 1921.
„Door de Maatschappij tot detailverkoop van petroleum
„de Automaat", gevestigd te Rotterdamis blijkens het
hierbijgevoegd adres vergunning gevraagd, om op het ver
hoogde voetpad aan den Haagweg nabij de Oranjeboom
straat een benzine-depót te stichten en daarbij een kiosk
te plaatsen.
Volgens het mede hierbijgaand advies van den Directeur
van openbare werken bestaan tegen de inwilliging van dit
verzoek verschillende bezwaren, welke niet opwegen tegen
eventueele voordeelen, aan dezen detailverkoop van benzine
verbonden.
Ook ons wil het voorkomen, dat de openbare straat niet
de aangewezen plaats is voor de oprichting van dergelijke
particuliere handelsondernemingen, waarvan de gevolgen
niet te overzien zijn indien de gemeente het beginsel daar
van ging aanvaarden.
Wij hebben de eer U derhalve in overweging te geven
op het adres afwijzend te beschikken."
Dienovereenkomstig wordt besloten.
27. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, houdende
beantwoording van de vragen van het raadslid A. C. K o r-
t e w e g, betreffende onteigening van gronden langs den
Weerijssingel en van een gedeelte van het bouwblok aan
de Van Vlietjtraat, luidende als volgt
„Door Uw medelid, den heer Korteweg, werden de
volgende schriftelijke vragen gesteld, waarvan wij de be
antwoording laten volgen.
Vraag 1. Achten Burgemeester en Wethouders het thans
niet noodig, in verband met den grooten woningnood, dat
door de gemeente worden onteigend de perceelen behoorende
tot het Oude-Mannenhuis te Breda en bekend als sectie A,
nos. 2636, 2749, 2748, 2751, 2750, gelegen langs de singel
gracht onder de gemeente Breda.
Antwoord. Een regelmatige bebouwing van de hierbe-