9 DECEMBER 1921 doelde perceelen is alleen mogelijk na vaststelling van een behoorlijk stratenplan, waartoe de medewerking wordt ver- eischt van de aangrenzende gemeente Princenhage. Voor onteigening bestaat alleen dan aanleiding, wanneer het noodzakelijk is, dat de gemeente zich den eigendom van die perceelen verzekert en deze dien eigendom niet langs minnelijken weg kan verkrijgen. Vraag 2. Achten Burgemeester en Wethouders voor eene goede oplossing van het bouwblok sectie A, no. 6228, het niet noodig om te onteigenen de perceelen sectie A, no. 519 en 6230 gelegen onder de gemeente Princenhage. Antwoord. Tot het verkrijgen van een regelmatig bouw blok kan de medewerking van de aangrenzende gemeente Princenhage niet worden ontbeerd. Het ligt niet op den weg van de gemeente Breda de hierbedoelde perceelen, welken buiten het grondgebied der gemeente zijn gelegen, voor het beoogde doel te onteigenen." Dit schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen. 28. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot defi nitieve onteigening van een perceel bouwterrein in het Wil- helminapark, luidende als volgt „In Uwe vergadering van 30 September j.l. werd vastgesteld een voorloopig plan tot onteigening in het belang der volkshuisvesting van het perceel domeingrond, gelegen in het Wilhelminapark, kadastraal bekend sectie B, no. 53 ï6. Overeenkomstig de voorschriften der Onteigeningswet is dit plan gedurende dertig dagen op de secretarie der ge meente voor een ieder ter inzage nedergelegd, waarvan in de plaatselijke nieuwsbladen alsmede door aanplakking op de gebruikelijke wijze aan de ingezetenen is kennis gegeven. Inmiddels is nog het advies der Gezondheidscommissie ingewonnen, welke commissie tot de voorgenomen onteige ning adviseert. Nu den termijn van de tervisielegging is verstreken en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 613