614 9 DECEMBER 1921. tegen de voorgenomen onteigening geene bezwaren zijn ingebracht, kan tot de definitieve vaststelling van het ont- eigeningsbesluit worden overgegaan. Wij hebben de eer U derhalve voor te stellen om over eenkomstig art. 77 sub 4° der Onteigeningswet in het be lang der volkshuisvesting tot de onteigening van bovenge noemd perceel te besluiten. Van den Ontvanger der Registratie en Domeinen ontvin gen wij reeds de mededeeling, dat de Minister van Financiën bereid is om, nadat de Koninklijke goedkeuring op het raadsbesluit is verkregen, het perceel zonder onteigenings procedure aan de gemeente over te dragen tegen een koop som als na schatting door twee deskundigen nader zal worden opgegeven." Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 29. Ontwerp-voorwaarden, betreffende den verkoop van bouwterrein aan den Oranjesingel. Den heer HORNIX is het niet bekend, dat omtrent deze ontwerp-voorwaarden de Bouwcommissie gehoord is. Spr. heeft daartegen eenige bedenking en wil de stukken alsnog naar die commissie zenden. Hij geeft derhalve in overweging dit punt tot een volgende vergadering aan te houden. Daartoe wordt besloten. 30. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijzi ging van het Werkliedenreglement (aangehouden in eene vorige vergadering). De VOORZITTER deelt mede, dat dit punt nog niet rijp is voor behandeling en stelt derhalve voor, het aan te houden tot een volgende vergadering. Aldus wordt besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 614