Ö22 9 DECEMBER 1921. De VOORZITTER geeft in overweging de voorloopige vaststelling der Gemeenterekening alsnog aan te houden, in verband met de nog uit te brengen rapporten omtrent de rekeningen van het Electriciteitsbedrijf en de Waterleiding. Aldus wordt besloten. 4. Door den heer VAN DIJK wordt, namens de com missie tot onderzoek van de begrooting van het Oude-Man- nenhuis voor het' dienstjaar 1922, gerapporteerd, dat zij die begrooting heeft onderzocht en daarop geen bemerkingen heeft, weshalve zij voorstelt gemelde begrooting goed te keuren. Dienovereenkomstig wordt besloten. Rondvraag. 1. De heer HAALMAN zegt het yolgende Mijnheer de Voorzitter. In de plaatselijke bladen hebben wij kunnen lezen de woorden, die de heer van D ij k, wethouder der gemeente Teteringen heeft gemeend te moeten spreken ter gelegenheid van de installatie van den nieuwen Burgemeester van lete- ringen. Mijnheer de Voorzitter. Ik, die altijd met een innig gevoel van meewarigheid kennis nam van de ontboezemin gen des heeren van D ij k, ik heb mezelf afgevraagd of de beste wijze van handelen niet zou zijn, om ook ditmaal, den heer van Dijk straal te negeeren. Maar, mijnheer de Voorzitter, ik ben tot de conclusie gekomen, dat het een gebiedende plicht is, hier, in deze vergadering, een kort maar krachtig woord van protest te laten hooren. Ik zal niet ingaan op den geheelen inhoud der hiervoor genoemde rede alleen hoop ik, neen mijnheer de Voorzitter, ik ben ervan overtuigd, dat zelfs de meest heftige tegenstander van eene eventueele annexatie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 622