19 DECEMBER 1921.
637
De heer KLUFT wijst er op, dat de Belcrumpolder ge
meente-eigendom is. De gemeente kan derhalve ook defini
tief met de exploitatie beginnen en daarvan kennisgeven aan
de Maatschappij tot Exploitatie van Nederlandsche Spoor
wegen met de mededeeling dat zij, wanneer zij niet binnen
zekeren tijd b.v. 3 maanden hare plannen kenbaar
maakt, de gevolgen van een en ander zal hebben te dragen.
Wat de verhuring voor twee jaar betreft, spr. geeft in over
weging te bepalen, dat, mocht de gemeente die perceelen
eerder noodig hebben, ze dan met één jaar kunnen worden
opgezegd.
De VOORZITTER zegt, dat het wel wenschelijk kan zijn
om het perceel, bij de Sportvereeniging in gebruik, van de
openbare verhuring uit te sluiten. Wat de kwestie van de
onderhuur aangaat, spr. is het in deze volkomen met den
heer Kluft eens, dat daartegen gewaakt moet worden
een clausule als door den heer Kluft bedoeld zal worden
voorgesteld. De gemeente heeft het recht de verhuring vroe
ger te doen beëindigen, dat "is in het contract bepaald. Het
zal zaak zijn voor Burgemeester en Wethouders om zooveel
mogelijk spoed met de exploitatie van den Belcrumpolder
te maken. Ten slotte stelt spr. voor, dit punt aan te houden
tot de volgende vergadering.
De heer CERUTTI ziet daarvan de noodzakelijkheid niet
in. De zaak wordt zoodoende weer op de lange baan ge
schoven.
De VOORZITTER wijst er op, dat de huurprijs en de
voorwaarden nog bepaald moeten worden. De volgende week
is er weer vergadering.
Alsnu wordt besloten dit punt tot een volgende
vergadering aan te houden
5. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een
adres van de R. K. Baroniesche Tuinbouwvereeniging, om