19 DECEMBER 1921. 639 machtiging verzoekende tot openbare verhuring voor den tijd van twee jaren, ingaande 1 Januari 1922, van diverse perceelen bouw- en weiland in den Belcrumpolder. De heer KORTEWEG vraagt of de plannen voor bepaalde perceelen in den Belcrumpolder reeds definitief vaststaan. De VOORZITTER antwoordt, dat vaste plannen daarom trent nog niet bestaan. Den heer LOOMANS komt het dan beter voor, sommige van die perceelen voor 6 a 8 jaren te verhuren. De VOORZITTER meent, dat zulks uitstel van de ex ploitatie van den polder op de lange baan zou beteekenen dat kan men in geen geval doen. De heer VAN ZWEDEN zou gaarne zien, dat ook hierbij werd verboden om onder te verhuren. De VOORZITTER zegt toe, dat daarmede rekening zal worden gehouden bij de voorwaarden. De heer OOSTVOGELS herinnert er den Voorzitter aan, dat hij nog geen antwoord heeft ontvangen op zijn bij de behandeling van punt 4 gestelde vraag of onderhuur wettelijk toelaatbaar is. De VOORZITTER verklaart, dat onderverhuring met toe stemming van Burgemeester en Wethouders kan geschieden. Zonder verdere bedenkingen wordt overeenkom stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot op heffing der betrekking van directeur van het Stedelijk Mu ziekkorps met ingang van 1 Januari a.s. en tot het verleenen van eervol ontslag als zoodanig met ingang van dienzelfden datum aan den heer L P. K r i e n s.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 639