19 DECEMBER .1921.
641
nl. de gunstige bepaling in het vooruitzicht gesteld, dat voor
hen, die vóór 1 Januari 1923 gepensionneerd worden, als
pensioengrondslag zal gelden het inkomen over het laatste
jaar. Dit bedraagt voor den heer K r i e n s f 2000,der
halve zou deze dan volkomen tevreden kunnen zijn. Het is
de bedoeling van den Raad geweest den heer K r i e n s te
pensionneeren, wanneer de nieuwe Pensioenwetten in werking
zouden zijn getreden. Zooals de zaken op het oogenblik
staan, hebben wij omtrent diens pensioen nog niet de minste
zekerheid. Wanneer echter Burgemeester en Wethouders
de verzekering kunnen geven, dat de heer K r i e n s op de
gunstige voorwaarden der nieuwe Pensioenwetten zal worden
gepensionneerd, dan kan spr. zich met het voorstel van
Burgemeester en Wethouders vereenigen, anders zal hij
meegaan met het voorstel, dat de heer H o r n i x in het
uitzicht heeft gesteld.
De heer SCHRAUWEN sluit zich aan bij het betoog van
den heer Haaiman. Spr. wil het ontslag van den heer
K r i e n s uitstellen tot de nieuwe Pensioenwetten in wer
king treden.
De VOORZITTER merkt op, dat de heer K r i e n s niet
onvoordeelig heeft gediend in weinige jaren is diens salaris
van f 800,op f 2000,gekomen. Men moet nu echter
niet gaan overdrijven. Het vorig jaar heeft de heer Kriens
in den Raad den lof geoogst voor hetgeen hij verricht heeft.
Toen is gezegd, laten wij den heer Kriens, hoewel er
geen werk voor hem is, nog een jaar vol traktement doen
genieten. Hij is dus in 1921 op buitengemeen voordeelige
wijze behandeld. In den loop van dit jaar is het Muziekkorps
geliquideerd, derhalve is het onmogelijk thans voor te stellen
den heer Kriens nog te handhaven als directeur van een
korps, dat niet meer bestaat. Burgemeester en Wethouders
hebben nagegaan of de heer Kriens tengevolge van hun
voorstel in een slechtere conditie zou komen. Indien de
nieuwe Pensioenwet echter geen terugwerkende bepaling